"De verhuizing naar vroeger - deel 2"

 

14 januari 2017

 

Toen we verhuisden naar een ander huis, kwamen de strubbelingen langzaam naar boven. Ik weet ook niet wat het was waarom we zo op elkaar reageerden. Jij was weg, met je vriendjes en vriendinnetjes. Altijd samen. Ik was alleen. Ik wilde geen aandacht, van niemand. In mijn ogen was jij de sterkere, ook al was je drie koppen kleiner toen, en mijn jongere zusje. Jij was gezond. Ik niet. Ik was een sukkel die alleen maar braakte om gelukkig te zijn.

 

De angst om alleen gelaten te worden is een angst die hoort te verdwijnen rond je vierde levensjaar. Wanneer dit niet gebeurt is er sprake van verlatingsangst. Wanneer deze angst niet geheel is verwerkt rond het 18de levensjaar kan het als symptoom optreden bij andere ziektebeelden. Verlatingsangst.

 

Zo raar, waarom heb ik hier nou zo’n last van? Ik heb een stabiele thuisbasis, lieve ouders, die altijd voor mij hebben gevochten, maar toch heb ik een dergelijk patroon ontwikkelt. Jongens die ik wanhopig waar ik me wanhopig aan vastklamp. Ik zoek liefde, warmte, genegenheid. Ik wil dat je van me houdt, maar je gaat me toch weer verlaten. Doemdenken. Ben ik goed in. Toen ik een aantal jaar geleden nog echt enorm last had van mijn eetstoornis durfde ik alleen maar light drankjes te drinken. Ik vond het anders 'zonde van de kcal' en begreep niet waarom mensen vrijwillig bijvoorbeeld gewone cola dronken. 'Dan kon je die kcal toch veel beter sparen en ervan genieten bij iets waar je echt trek in had?' Jaren heb ik het lastig gevonden om gewone sap of frisdrank te drinken en om normale chips of yoghurt te eten. Alles moest light zijn, anders raakte ik in paniek. Toen ik stap voor stap het grote aantal light producten afbouwde dacht ik een verandering in mijn stemming op te merken. Zoetstoffen zijn gewoon puur gif. Ik heb daar echt van geleerd. Ik ben sowieso slecht in gewoontes veranderen, misschien wel uit laksheid. Of gewoon omdat ik bang ben voor verandering.

 

Toen we eenmaal gewend waren aan de ruimte in onze nieuwe stek, de tuin die tot ver naar achteren reikte, de trampoline en de luxe van een eigen zwembad en kantoor aan huis, werd alles weer normaal. We kregen wel steeds meer vriendjes en vriendinnetjes, weet ik nog. Zowel jij als ik. We hadden niet door dat zij gewoon graag trampoline wilden springen, of van de glijbaan wilden, en dat kon toevallig bij ons. Naarmate de tijd verstreek werden we ook wat ouder.

 

Jij werd steeds kattiger naar mij. Ik kon niet veel meer goed doen, terwijl het eerst altijd zo goed ging tussen ons. Jij kreeg je eigen vriendinnen en had een groepje om je heen, waarmee je allemaal leuke dingen deed zoals shoppen, muziek luisteren en computeren tot ’s nachts laat. Ik was vrij veel alleen, al was ik erg populair op school. Ik was altijd net even anders dan de rest, wat veel mensen wel leuk vonden, en daarom had ik een grote garde met vriendinnen om me heen verzameld. Sommigen van hen kwamen mee uit school ’s middags, om af te spreken en meisjesdingen te doen. Soms ging ik wel eens met hen mee naar huis, en zij woonden dan in achterstandswijken in de stad, een tuintje met een hekje en witte Hartman stoelen voor hun vieze ramen. Niet dat wat ik gewend was thuis. Ik besefte me dat helemaal niet toen, jij wel? Dat wij het zo goed hadden. We hadden drie woonkamers en een kristallen kroonluchter in de gang onderaan de trap. Het enige wat mij boeide, was dat als wij boven aan het dansen waren, die kroonluchter wel eens een beetje bewoog. Mama werd dan altijd heel boos en zei dat we niet zo moesten stampen.

 

- Liefs Romy - 

 

Commentaren: 0