"De organen van het spijsversteringskanaal"

Overal gaf ik over, waar ik maar kon, zo veel ik maar kon. Waar dan ook, wat dan ook, wanneer dan ook. Ik gaf over in Parijs, Londen en Amsterdam. Ik gaf over zodra ik uit bed was, in de stralende zon en in de stromende regen. Zomaar midden op de dag. Ik kwam tot diep in de nacht uit bed om over te geven. Ik gaf over op het toilet bij mijn moeder, vrienden thuis, op school en in disco's. Tot ik geen toilet meer nodig had om over te geven. Vanaf dat moment gaf ik echt overal over, ook op straat. Ik at 's avonds en ging op weg naar vrienden. Ik moest opschieten, snel een donker plekje vinden. Een steegje of een bosrand. Als een idioot zette ik mijn fiets langs de weg, boog me steunend voorover en gaf staand over. Het duurde even voor de klodders kots met een weerzinwekkend geluid op de stenen kwakten. Mijn schoenen en kleren onder de spetters. Het interesseerde me niet. Ik pakte een tissue, veegde me schoon, stiftte mijn lippen rood en met een vluchtige blik sprong ik op de fiets. Ik waande me een tijd lang de koningin van de wereld, onaantastbaar, ik ging stappen, maakte vrienden, wat kon mij het schelen dat mijn keel een zandloper was geworden?

 

Dat was het vroeger in een notendop. Het verhaal van een meisje dat gelukkig wilde zijn en daarom bij zichzelf een braakreflex opwekt. Maar ze geeft zo vaak en zo veel over, dat ze geen idee meer heeft wat er allemaal in- en uit gaat, of ze haar eigen kots is geworden, of het wel allemaal van haar is wat er uit komt. Ze weet niet meer wie ze is. Ze is erg ziek. Nou en? Ken jij iemand die niet ziek is? Ziek zijn is als het leven zelf, zo gewoon. Niemand begrijpt me, niemand kent me écht. Wie is er diep vanbinnen niet van overtuigd dat het waar is? Dat ik braak, maakt mij niet zieker dan een vrouw die haar benen harst. Ontevreden zijn is als het leven zelf, want je móet wel een verlangen koesteren om iedere ochtend je bed uit te kunnen komen en verder te leven. Wie niets van het leven verwacht, raakt depressief. Ook ziek.

 

Het verhaal van een meisje, moeder, dat zich ontelbare veel vragen stelt. Ze staat duizend angsten uit en worstelt met even zoveel problemen. Daar lijdt ze onder. Ze heeft lijden tot een kunstvorm verheven, maar ze is sterker dan de anderen en verbergt haar leed, omdat toch niemand het zou begrijpen. Blind als we zijn. Blind en verknipt. Ze braakt de hele dag door omdat het leven zo vreselijk is, en is trots dat niemand weet wat ze doet. Dat geeft haar vertrouwen, maar ze heeft het mis, want al die tijd leeft ze in een leugen. Een angstige leugen. Ze ziet in dat ze zichzelf beduvelt. Dat gedoe met eetbuien, braken en pijn verstoppen is het probleem niet. Dat zit veel dieper.

 

 

Reactie schrijven

Commentaren: 0