Lieve huisarts

 

Ik heb eens een lezing gegeven waarbij er door huisartsen in opleiding aan mij werd gevraagd wat ik zou willen dat hun hulpverlening inhield, en wat ik verwachtte van mijn naasten en omgeving omtrend mijn eetstoornis. 

 

Zie mij als wie ik echt ben. Als een mens. Net als ieder ander, maar met een lage kracht. Ik wil zo graag dat je naar me luistert, en op basis van wat ik je vertel de ernst van mijn problemen beoordeelt. Ik wil net zo belangrijk zijn als ik 20 kilo meer of minder weeg. Mijn pijn en strijd staat los van mijn uterlijk, voorkomen en gewicht. Het is slechts een vorm van uiting. Eetbuistoornis, boulimia, anorexia, ik ben niet jouw diagnose. Ik bén geen eetstoornis, ik ben net als iedereen: een mens. Ik ben alleen het levenspad kwijtgeraakt.

Wandel als hulpverlener met mij over het pad naar de weg terug. Zie mij voor wie ik ben. Ook al zie ik er uit als een uitgewrongen, uitgemergeld mens. Ik ben mezelf nog steeds. Kijk niet naar mij als patiënt, want dat voel ik heel erg. Ik voel me al zo minderwaardig, maak het niet erger. Pas als ik het gevoel heb dat je naast me staat en loopt, durf ik langzaam een stap te zetten. Wees eerlijk en duidelijk. Maak een afspraak met mij waar we ons allebei aan kunnen houden. Ik wil geen grenzen overschijden maar toch ga ik dat doen. De eetstoornis doet het voor mij. Ik kan er niet altijd, elke dag, elk uur tegenin gaan. Ik hoop dat je me voor meer aanziet dan dat. Kijk verder dan dat. Laat me niet in de steek als het niet lukt.

 

Leer mij kennen onder het grote oppervlak. Achter mijn lach zitten honderden tranen. Ik praat hierover, omdat dit is wat me de hele dag bezighoudt. Ik heb niet genoeg energie om me druk te maken over mijn problemen, mijn angsten en verlangens, boosheid en pijn, die gedachten vul ik op met eten. 

 

Alsjeblieft, laat ons gesprek niet draaien over eten, gewicht, uiterlijk of gevoelens. Ik ben net zo pienter als jij. Ik weet heus wel wat gezond en goed eten is. Wat ik niet weet, is hoe ik beter moet leven. Hoe ik überhaupt moet leven. Ik vlucht voor het leven. Ik ben er bang voor. Om te falen, om niet goed genoeg te zijn. Jouw waardering is alles voor mij. Laat me voelen wat ik waard ben, ik voel mij minderwaardig als mens. Ik weet, verstandelijk, dat ik een volwassen vrouw ben, een moeder, iemand met capaciteiten. Verstandelijk ben ik hetzelfde wat jij bent, maar mijn gevoel laat me in de steek. Ik ben bang voor mezelf. Soms de controle, dat is waar ik soms nog vertrouwen in heb. Ik kan mezelf controleren, afgestudeerd in mijn eetstoornis.

 

Ik ben bang om een volwaardig mens te zijn, omdat ik niet volwaardig ben. Ik ben zoals mijn eigen kind, nog zonder verantwoordelijkheid. Kwetsbaar, ik kan de druk niet aan. Ik kan het elke keer voelen niet aan. Ik wacht tot jij me redt, maar ik kan alleen mezelf redden. Niemand kan mijn redder zijn dan ik, dat weet ik al. Dit hoef je me niet elke keer duidelijk te maken. Laat me voelen dat wat ik in het verleden heb gedaan niet meer gecompenseerd kan worden, enkel geaccepteerd. Praat met mij over het leven, over de leuke kanten, niet enkel wat er gaande is.

 

Vertel me niet, alsjeblieft, wat je hebt geleerd uit boeken. Vertel me wat je hebt geleerd van het leven. Ik wil praten met een mens, niet met een theorie. Geen 1,5 meter afstand tussen ons. Ik wil minder afstand, maar bewaak je eigen grens. Ik hoop dat je maximaal betrokken bent. Je raakt niet besmet met mijn ziekte als je me aanmoedigt. Zonder valse beloftes, laat me niet verdrinken. Gooi de reddingsboei en leer hoe ik zelf moet zwemmen. Zoals ik dat nooit heb geleerd als kind. Zeg het me als ik moet zwemmen of watertrappelen. 

Ik wil geen hulpverlener die van me schrikt. Waarbij ik me een nummer voel. Ik wil voelen dat ik er toe doe, niet één van de velen ben. Dat ik er mag zijn als mens, en niet als jouw zoveelste patiënt waarmee je moet dealen. 

 

Ik wil geen protocollen, maar een behandeling van levenservaring en je hart. Niet verplicht, of in een groep, omdat dit goedkoper is. Ik wil dat je écht luistert en niet opkijkt van mijn ervaringen en wensen. Ik wil dat je niet laat merken dat je van me schrikt. Ik wil dat je jouw zorg biedt als hoe je die aan je eigen kinderen zou geven. 

 

Praat met mij, als therapie niet werkt. Als ik zelf niet werk. Stuur me dan niet weg, of zeg dat het aan mij ligt. Geef me niet op, als je het niet kan oplossen. Bestempel me niet met zinnen als "het wordt ooit wel beter" en laat het hierbij. Laat me zien waar ik sta, en kijk met mij naar alternatieven.

En als ik mijn weg bewandel, en soms met een onzekere blik naar je achter om kijk terwijl ik verder wandel, van jou af, geef me dan de tijd, om afscheid te nemen. Om naar je te zwaaien, om je ontzettend te bedanken, en een laatste keer gedag te zeggen.  

 

 

Liefs,

Romy

 

Reactie schrijven

Commentaren: 0