De beproeving van het leven

blog

De beproeving van het leven

 

 

Waar ik een dag rust wil nemen, houdt mijn eetstoornis mij tegen. Waar ik iets wil doen met vrienden, schreeuwt de eetstoornis tegen me. Ik kan niet meer. Ik wil alle gebeurtenissen uit mijn verleden een plek geven, ik wil de lange lijst met eetschema's wissen en ik wil de liefde omarmen samen met de mensen die mij nemen zoals ik ben. 

 

Soms zeg ik tegen mezelf: wat nou als je alles gewoon gaat zien als een experiment? Het klinkt ideaal, maar is in de praktijk vaak nog heel erg lastig. Want ja, het leven ís geen experiment. Het leven is soms ingewikkeld, en ook lastig. Terwijl bij een experiment je vaak overzicht, feitelijkheid en "maakbaarheid" hebt. Dit zal het leven misschien nooit worden. Maar, zou het leven maakbaarder kunnen zijn dan we denken? Zou het mij, en wellicht anderen kunnen helpen als ik mijn herstel van een eetstoornis als experiment zal gaan bekijken?

 

Eigenlijk begon mijn eetstoornis ook als experiment. In het begin was er voor mij wel de wens om er anders uit te gaan zien, in de hoop me dan beter te voelen. Toch voelt het soms nog steeds als een experiment. Toen ik namelijk begon te merken dat het wel degelijk lukte om me beter te voelen in eerste instantie, bleek mijn lichaam (en geest) ineens maakbaar. 

Ik kon er blijkbaar allerlei methodes op toepasen, en behaalde er zichtbaar resultaat mee. Het werd mijn eigen (experimentele) project.

 

Ik vind nog altijd de controle loslaten ongelooflijk moeilijk. Het wordt dan een chaos bij mij, niets is meer te meten, en belangrijker, ik kan het resultaat nergens controleren. Ik leef vaak naar een concreet totaalplaatje toe, als ik iets wil bereiken. Bij zo'n plaatje horen bepaalde beelden en dat maakt de boel heel overzichtelijk. Tegelijkertijd weet ik dat het eigenlijk niet gaat om dit plaatje. Als het daar namelijk om zou gaan, was ik daar allang geweest en was het experiment af. 

 

Toch is stoppen dan geen optie. Als ik helemaal bezig ben met een doel (een experiment), ontwikkel ik een controledwang. Om dit los te laten, is volledig uit mijn comfort zone. Elk klein stapje van loslaten is dan een onwijs gevecht, en dat maakt het hele proces zo slopend. 

 

Het ging niet om het afvallen. Het ging om de controle. De controle die ik zelf had ontwikkeld. Dit los laten was eng en totaal uit mijn comfort zone. 

 

 

"Hé Room, wat zie je er goed uit! Het gaat wel goed met je hé!" Wat een welgemeende en lieve opmerkingen. Ik antwoord hier vrijwel altijd positief op. Ik toon een gemeende glimlach en zeg altijd dat het goed of prima gaat met me. Ik ben mensen niet verplicht het achterste van mijn gedachten en gevoelens te laten zien en ik wil niemand teleurstellen. Ik ging alleen soms in mijn zelfverzonnen antwoorden geloven, en hield mezelf een verkeerde spiegel voor op deze manier.

Twaalf jaar was ik. Waar mijn klasgenootjes  en vriendinnen zich bezighielden met dansjes verzinnen en over jongens kletsen, hield ik me bezig met een strakke eetlijst, eetbuien voorkomen en calorieen van voedingsmiddelen uit mijn hoofd leren. Binnen een paar maanden had ik mijn weg gevonden in de oneindige wereld van eetstoornissen. Mijn vrolijke lach maakte plaats voor somberheid, ik ging van een open meisje naar stil en vol vele leugens. Leugens die mij maakten tot wie ik was, en die mijn eigen eetstoornis-waarheid werden. 

Begin groep acht werd door mijn huisarts de diagnose anorexia gesteld. Hij was vrij nuchter hierover, en zei keer op keer tegen mijn moeder dat ik gewoon eens wat aardappels moest gaan eten. Het was een fase, zou wel weer overwaaien. Helaas blijkt nu verreweg van. Ik schaamde me enorm, wilde niet dat iemand van mijn ziekte af wist, en mijn ouders wilden het ook niet aan de grote klok hangen in die tijd. Ik leefde in de eetstoorniswereld, mijn ouders in de ontkenningswereld.

Jaren later, vele opnames voor mijn eetstoornis verder, veranderde mijn uiterlijk en met mijn eeuwige positiviteit leek alles voor de wind te gaan. Ik leefde uiteindelijk niet alleen maar in ziekenhuizen en instanties, ging weer naar school, maakte vriendinnen en mijn ouders waren er voor me. Ik trapte in mijn eigen wereldje. Het ging toch veel beter dan toen ik in het ziekenhuis lag? Ik was toch niet meer dagelijks bezig met calorieen? Ik was echt niet meer zo ver heen dat ik zou overlijden aan mijn ondergewicht. Mijn conclusie: niet zo klagen, en dankbaar zijn voor hoe het nu was, na al die jaren strijd. Maar ja, mijn eetstoornis was zeker niet verdwenen hiermee. 

Waar mijn omgeving geniet van een etentje, heb ik altijd nog vantevoren veel stress. Waar mensen plezier uit halen, verpest mijn eetstoornis al het plezier. Mijn eetstoornis leek een beschermengel, ooit, in de moeilijkste periodes en hield de controle voor of tegen iets wat ik meemaakte. Maar, uiteindelijk, is mijn eetstoornis een enorm blok aan mijn been. 

Ik ben geen arts, professor, atleet en zeker niet perfect. Ik ben iemand die nog dagelijks een gevecht voert tegen een eetstoornis, met zichzelf en voor de toekomst. Ik wil leven, dromen en liefde ontvangen, waar ik zo naar verlang.

 

 

Liefs, Romy

 

Reactie schrijven

Commentaren: 0